Home
>
Blog
>
Zarathustra

Zarathustra

door

Mieke Mosmuller

17-09-2014 5 commentaren Print!
In de oude religieuze overlevering van vele volkeren vinden we hoe deze de mens zagen en nog zien als een goddelijk-geestelijk wezen dat in alle volmaaktheid al aan de aanvang van de Schepping bestond, als 'idee van God'. Die universele Mens moet dan door de ontwikkeling heen worden tot wat hij oorspronkelijk gedacht was te zijn: een vrije, wijze vakkundige liefdevolle 'homo universalis', die tot een objectieve zelfkennis is gekomen. Om tot die verwerkelijking te komen moeten de boze machten, die zich tegenover dit ideaal hebben opgesteld en de mens willen verhinderen om dit te bereiken, worden overwonnen. In Krishna zagen we de machtige 'Godmens'. Later in de geschiedenis treedt een grote leraar en profeet op temidden van het Perziche volk, Zarathustra. In zijn leer vinden we zowel een dualisme als ook een monisme, waarin alle dualiteit is opgeheven. De exacte gegevens van zijn leven zijn niet bekend, er zijn bronnen die dit plaatsen in rond 1000 voor Chr., maar ook rond de zevende eeuw voor Chr.

In de esoterische traditie wordt de werkelijke, oorspronkelijke incarnatie van Zarathustra veel eerder gezien, namelijk vijf- tot zesduizend jaar voor Chr. De latere bekende incarnatie van Zarathustra moet dan worden gezien als een zwakkere herhaling van de oorspronkelijke grootsheid. In de originele leer bracht Zarathustra aan de mensheid het inzicht dat de natuur de neiging in zich draagt om alles geleidelijk aan op een lager plan te brengen. Een langzame decadentie komt tot stand vanuit de krachten van de natuur. Daar is een wezen mee verbonden, dat genoemd wordt 'Ahriman'. Maar de mens draagt in zich een kracht om juist in zichzelf steeds hogere trappen te bereiken, en terwijl hij dit doet, brengt hij ook de natuur op een hoger plan. Zo kan hij het wilde dier bijvoorbeeld van zijn wildheid bevrijden. Dit vermogen komt ook van een wezen, dat door Zarathustra 'Grote Aura' genoemd wordt, Ahura Mazdao. De mens is geplaatst in dit dualisme.


Maar voor de ingewijden was er tevens de leer van het monisme. Hierin verenigden zich alle tegenstellingen in harmonie, die er ook voor het dualisme al was. Deze harmonisering werd uitgebeeld in het verschijnsel 'tijd', in 'zaruana akarana' (Zervan Akarano, de ongeschapen tijd). Tijd lijkt een doorgaande lijn te zijn, maar dat is niet wat tijd werkelijk is. In de wiskunde kennen we het wezen van de lijn als een cirkel met een oneindige straal. De uiteinden van de lijn vinden elkaar in deze cirkel. Voor het verstand is dit ondenkbaar. Zodra een lijn een lichte kromming heeft, kan het verstand zich voorstellen dat het een deeltje van een enorme cirkel is. Maar de oneindige straal van een cirkel is alleen voor het ondenkbare te vatten.

Uit de tijd van de bekende incarnatie van Zarathustra rond 600 voor Chr. stammen teksten die wonderschoon zijn. Het zijn onder andere de Gatha's van Zarathustra. Wanneer we trachten mee te denken en te voelen met deze teksten, dan kunnen we de discipline voelen die nodig is om het vermogen tot onderscheiden te behouden in een gebed dat zoveel onderscheidingen bevat. Ik citeer de eerste vijf verzen uit Yasna 28.

Yasna 28
  1. In diepe deemoed strek ik mijn handen uit naar U, O Mazda, Gij zijt een diamant met vele facetten. Allereerst is er uw Heilige Geest, die inspireert onze gedachten, woorden en daden. Daar is voorts Hij die de drager is van de kosmische Orde, die evenwicht en gelijkmatigheid brengt in de onrustige stroom van onze gedachten, die deze stroom doet uitmonden in het kristallen meer van de hemelse welgezindheid. Breng ons daar, o Heer, mijzelf en de mij toevertrouwde aarde.
  2. Leer mij om u te dienen Heer, en laaf mij met uw hemelse welgezindheid, opdat ik met behulp van hem, die de kosmische orde draagt, deel krijge aan beide rijken, de zichtbare wereld en de onzichtbare. En geef, Heer, dat het bewonen van beide rijken de gelovige tot zaligheid strekke.
  3. Laat mij uw lof bezingen: Gij drager van de kosmische Orde, gij hemelse welgezindheid, gij zelf, O Heer en gij allen, op wie de goddelijke genegenheid afstraalt. Met uw aller hulp zal het rijk van de eeuwige gerechtigheid zich baan breken op aarde. Gij gezegende machten, weersta mijn smeekbeden om bijstand niet.
  4. Moge de eenheid tussen de hemelse welgezindheid en mij die geroepen is om als leraar de mensheid te dienen nimmer teloor gaan. Moge de liefdevolle nabijheid van de Heer tot een volkomen harmonie leiden, een harmonie tussen de intenties van de Heer en mijn daden. En moge ik tot het einde mijner jaren een levende getuige zijn van die harmonie.
  5. Gij drager van de kosmische Orde, scherp mijn zinnen opdat ik u aanschouwe, opdat ik aanvoele de hemelse genegenheid en opdat ik hore de stem van de Heer, die mij roept op de weg naar het heil.

We beleven hier de drie-heid van de Heilige Geest, de Kosmische Orde, en de Hemelse Welgezindheid, die in elk van de 'zegenwerkende onsterfelijken', de helpers van Ahura Mazdao, werkzaam zijn en kunnen worden aangeroepen door gebed. Dit zijn de 'Amshaspands',  zes genie-geesten die door Zarathustra worden genoemd. Er zijn er nog zes, maar die zijn verborgen. Het zijn de twaalf levende 'begripscategorieën'.

De gehele tekst is te vinden in 'De Gatha's van Zarathoestra', Ankh Hermes 1978.

Zarathustra
Ashu Zarathustra tijdens het debat bij Koning Vishtaspa (Shah Goshtasp).Zarathustra door Mieke Mosmuller

Geef uw commentaar





* Commentaren worden vóór plaatsing beoordeeld op hun inhoud. Commentaren met grove, discriminerende, racistische, beledigende, gewelddadige en/of kwetsende uitlatingen worden niet geplaatst. Een ieder die deze regels niet in acht neemt kan, zonder opgaaf van redenenen, worden geblokkeerd.
Commentaren
  • Van Cor Groenendijk @
    Mooie tekst!
  • Van Machteld Veenker @
    De beschreven beelden van deze blog van de afgelopen weken geven bewegingen die zo groots zijn dat ik er m’n handen ook al weken vol aan heb :). Aan Catharina van Thüringen die ik niet kende - haar levensbeschrijving geeft een tijdsbeeld die we allemaal niet meer kennen, maar toch indrukwekkend leerzaam is. Moet je als tegenstelling, niet als oordeel hoor, eens over Catharina de Medici lezen. En dan volle handen aan grote namen als Hiram Abiff – de bouwmeester van koning Salomo - en aan koningin Sheba, met name het beeld van het vakmansschap dat door haar verkozen wordt boven de wijsheid. Een nieuwe inhoud voor mij - het is menselijkerwijs nog wel te begrijpen – maar wat een geschiedenisbeeld om te doorgronden! Daar moet ik toch wel diep in duiken om dat voelend enigszins te kunnen vatten. Aan Krishna - wat maken, ja scheppen inderdaad, deze Indische kunstenaars toch prachtige kunst. Deze afbeelding staat nu als buroachtergrond mij te doorgronden. En aan Ardjuna die het hemd van het lijf vraagt om zijn geweten en ook zijn houding t.o.v. zijn meester de juiste plek te geven. De zin in deze blog: ‘Arjuna heeft tegenover zich wat wij in onszelf als sluimerende capaciteit hebben’ doet mij stuiteren van ontroering. Dat wil zeggen: keer op keer lees ik dan maar weer om te zien of de teksten nog niet toch anders waren dan ik ze heb onthouden, want ze lijken bijna te mooi om waar te zijn. Deze namen met hun enorme bewegingen die zij maken in de loop van onze geschiedenis, worden hier beschreven als leraren voor de mens om te worden ‘wat zij oorspronkelijk gedacht waren te zijn’, de universele mens. Alleen al de woorden: u n i v e r s e l e m e n s, en g e d a c h t w a r e n zijn bewegende woorden als je ze maar blijft proeven. Als we de levens van deze mensen lezen zijn die grootse bewegingen toch nog heel goed voelbaar, bijna ‘zienbaar’ in kleur en klank, soms zelfs als geur.
    Zoals nu het machtige beeld van Zarathustra hierboven. Tot voor 20 jaren dacht ik deze mens als een verzonnen verhaal in een populair muziekstuk van Strauss. Nietzsche kende ik alleen van naam. Door mijn studie las ik in verschillende eeuwige boeken en op de een of andere manier fascineerde deze relatief onbekende mens Zarathustra mij enorm, en nog. Zijn naam voelde als een levende legende en zo is dat in mijn hart geworden. Zijn stem lijkt bijna nog hoorbaar, of eigenlijk weer hoorbaar. Niet letterlijk hoorbaar als iemand die naast me staat of vanaf een cd, maar bij het horen van ‘Der Zauberflöte’ van Mozart is voor mij de naam Zarastro, die ik later dus herkende als Zoroatser of Zarathustra, begonnen te leven. Leven als een klank en als een beeld. Niet zomaar een lieve heilige klank of beeld, maar meer als enerzijds een terechte wijzer op onrechtvaardige gebeurtenissen op aarde en tegelijk een omarmend bewegende mens die we innig lief kunnen hebben. Deze naamklank is voor mij een lijn in de tijd, een lijn die mij over verre tijden heen raakt. Er is niet veel over het leven van Zoroaster of Zarathustra bekend, maar wat er is, komt op gezette tijden weer boven om gelezen en begrepen te willen worden. Zoals de naam Ahura Mazdao (zie blog boven), die zo een steeds wijdere cirkel wordt inderdaad, maar een waarvan ik de omtrek zeker niet kan zien of vatten. We hebben in mijn opleiding deze naam veel gezongen en zo ging die oneindige cirkel leven en leeft maar voort. In Zoroastrische Gatha’s lezen wij een knielend vragende mens die koninklijk groots is en zijn bedes zijn zo te lezen nog steeds actueel. Wie is Zarathustra en wat is hij nog in ons vraag ik mij af.
    In het levensverhaal van koning Daniel komt de aartsengel Michael voor als de enige die God te hulp schiet in zijn strijd tegen decaderende vorstenhuizen, ook de kerkelijke, en in hun kielzog velen.
    In de Jasna 29 beschrijft de dichter de aarde zelf als een vragende stem die aan de ‘drager van de kosmische orde’ (naam die ook in de blog hierboven geciteerde teksten staat) vraagt: ‘Waar blijft gij met uw gerechtigheid? Mijn lichaam lijkt slechts geschapen om vertrapt te worden. Waar is een hart dat voor mij klopt? Waar de macht, die mij te hulp kan snellen?’ En als eerste antwoord krijgt hij te horen: ‘Ik zie geen helper voor u’. Maar later: ‘Er is onder de mensen iemand, die u tot stem wil dienen. Zijn naam? Zarathustra Spimata’. Ik vraag is hier een voorbeeld van gelijkwaardig werken van een mens en een goddelijke kracht? Gelijkwaardig in de zin van werkende hulp in de strijd tegen de natuurkracht die de mens doet decaderen?Is zoiets mogelijk? Ik zal het maar vaak vragen. Mieke, veel dank voor al deze schone blog-woorden.


    • Van Mieke Mosmuller @
      De hoge missie van Zarathustra wordt door Rudolf Steiner beschreven in de vierde voordracht van Das Lukas Evangelium, GA 114. Dat zal een antwoord zijn op je vragen!
      • Van Machteld Veenker @
        Lieve Mieke, dank voor de aanwijzing en ik zal dat zeker weer gaan lezen om meer helderheid te krijgen.
  • Van Omeed @
    As a Zoroastrian, and a student and a graduate of Zoroastrian Studies, I would like to make several points.

    The latest linguistic evidence suggests that Zarathustra lived around 1200-1400 BC.

    There is no such concept as nature elevating or lowering mankind! In Zoroastrian cosmology, Ahura Mazda, or Lord Wisdom (variously translated as the Wise Lord, or the Great Wisdom or Knowledge), created a perfect spiritual and material world. The spiritual world, or menog, consists of the Amesha Spentas, or the Bountiful or Life-Giving Immortals. These are usually, not always, counted as six. But some accounts place them at 8 or even 12. They represent aspects of Ahura Mazda's perfection, such as life giving force, truth, good thought, right-mindedness, etc. On the other hand, the material world, or getig, has been made imperfect and mortal by evil assault. Mankind has been created, and given a mind to choose good over evil and by doing so, assist Ahura Mazda id defeating evil. By choosing good, man helps in the flourishing of his family, society and nature, whereas evil or bad choices will bring about the opposite. This is similar to the concept of Karma in Hinduism.

    Man is NOT considered to have supernatural powers! The only supernatural connection is the purpose of man on earth, i.e. man is god's helper. Zoroastrians feel very empowered by this notion. This is in contrast to being sinners or god's servants as is considered in Abrahamic faiths.

    Zoroastrianism is a monotheistic religion. Its duality refers to the origin of evil. In the Abrahamic monotheism, evil was created by the banishment of Satan from heaven by God. So good and evil can both be traced back to God. In Zoroastrianism, God, or Ahura Mazda, is purely good. This is represented by the white clothing worn by Zoroastrians. He is the light, as opposed to the darkness of evil and its attributes such as anger, ignorance, etc. Hence the symbolic representation of God in fire or the sun. Zarathustra does not speak of evil or its origin. This side by side existence of good and evil has given rise to the concept of duality in Zoroastrianism. But evil, or Ahriman, is only a destructive force and incapable of creating. As such, it is not worthy of worship. Ahura Mazda is the only creator.

    There is absolutely no concept of reincarnation in Zoroastrianism! After death, the soul passes on to its judgement at the Chinvat Bridge, where a man's thoughts and actions are judged. The soul has a one way traffic only! There is no such thing as "incarnations of Zarathustra".