In de filosofie werd het bestaan van het zuivere denken lange tijd betwijfeld. In vroegere tijden geloofden de filosofen dat er een 'Prima Philosophia' bestaat, een mogelijkheid voor de mens om op een juiste en ware wijze te denken, volledig zonder door persoonlijke gedachten te worden beïnvloed. We kunnen ook zeggen: het was geen geloof, het was een vaardigheid of een ervaring. Omdat de persoonlijkheid zo sterk opkwam ging deze vaardigheid van het zuivere denken van de Prima Philosophia verloren en een moderne denker vindt deze natuurlijk niet meer.
In de tijd van het idealisme, in de periode van de Franse revolutie, van Fichte en Hegel bloeide de zekerheid met betrekking tot het bestaan van dit zuivere denken nog eenmaal met sterke kracht op, om dan naar het schijnt geleidelijk aan te verdwijnen.
Nietzsche heeft zich aan het eind van de 19e eeuw innerlijk verscheurd gevoeld, aan de ene kant omdat het rationele denken - waarvoor hij Socrates verantwoordelijk maakte - alle menselijke mogelijkheden tot kunstzinnige uiting leek te vernietigen; anderzijds omdat hij het christendom in de kerkelijke vormen moest afwijzen vanwege de onwaarachtigheid. Zo wees hij de Rede en ook Christus af en had niets meer over, alleen nog zijn geniale kritiek.
In dezelfde tijd kwam het tot een soort opstanding van het zuivere denken. Steiner schreef zijn eerste boeken in een vorm van denken die wij werkelijk zuiver denken moeten noemen. Wanneer we de woorden 'zuiver denken' letterlijk nemen, dan is zuiver denken denken - en niets anders. Geen waarneming met werkingen van de zintuigen, geen herinneringen, geen associatieve gedachten, maar een denken in ideeën, dat in een logische wijze wordt gevormd en geleid wordt door de Rede. Het is een denken dat vrij van zintuiglijke indrukken is en dat door de denker zelf geïnitieerd wordt, elke idee wordt met wil gevormd.
Waarom zouden wij een zuiver denken willen ontwikkelen? Omdat we hier direct een spiritueel denken vinden. Het is geen theorie, we kunnen werkelijk voelen dat het lichaam niet meer mee spreekt, dat het de geest is die denkt, zonder welke waarneming van het lichaam ook. We hebben geen filosofische, geen wetenschappelijke theorieën nodig om te bewijzen dat de geest bestaat. Hij is ervaring geworden.
Het intrigerende daarbij is, dat we de geest door het denken gevonden hebben en niet doordat we dit denken tot zwijgen hebben gebracht. We ontdekken dat we, zodra we het denken in gang zetten zonder door iets of iemand daartoe gedwongen te worden, zuivere gedachten ontwikkelen die ons van ons lichaam bevrijden.
Maar zuiver denken is niet alleen een denken dat door zware inspanning ontwikkeld moet worden, het is er altijd, in ieder van ons. We moeten het alleen vinden en wanneer we het gevonden hebben, het zo volledig als mogelijk herkennen, doorschouwen, om te leren daar in te leven.
'Er zijn mensen die aan het bestaan van zulke gedachten helemaal niet geloven. Zij menen dat de mens niets kan denken wat hij niet uit de waarneming of uit het door het lichaam bepaalde innerlijke leven haalt en alle gedachten zouden slechts in zekere zin schaduwbeelden zijn van waarnemingen of van innerlijke belevingen. Wie dit beweert doet het alleen maar omdat hij zich nooit tot de vaardigheid gebracht heeft met zijn ziel het zuivere in zich rustende gedachtenleven te beleven. Wie echter iets zodanigs beleefd heeft, voor diegene is het ervaring geworden, dat overal waar in het ziele-leven denken heerst, in de mate waarin dit denken de andere ziele-verrichtingen doordringt, de mens een activiteit uitoefent aan het ontstaan waarvan zijn lichaam geen deel heeft. In het gewone persoonlijke leven is immers het denken bijna altijd met andere ziele-verrichtingen, waarnemen, voelen, willen enzovoort, vermengd . Deze andere verrichtingen komen door het lichaam tot stand. Maar daarin speelt het denken mee. En in de mate waarin het daarin inspeelt, gebeurt in de mens en door de mens iets waaraan het lichaam niet meedoet.' (Rudolf Steiner,
‚Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten?’, GA 10, Anhang).
Matthias Grünewald: Isenheimer Altar (Colmar)
De Opstanding als ein beeld voor de ontwikkeling van een bewust zuiver denken.
Zuiver denken door Mieke Mosmuller