Vergetend de eigenheid van mijn wil vervult de wereldwarmte, de zomer aankondigend, mijn geest en zielewezen; Mij te verliezen in het licht gebiedt mij het schouwen van de geest, en krachtig verkondigt mijn vermoeden mij: Verlies je om jezelf te vinden.... lees meer
Hoewel nu het vermoeden in de plaats is gekomen van het denken, zwelt de macht van de zintuigen nog steeds verder aan. Het scheppen van de goden versterkt dit aanzwellen. Daardoor wordt de denkkracht afgezwakt tot de vaagheid van de droom. Het vermoeden wordt nog vager, het wordt een dromen. Maar de ziel kan zich niet met het go... lees meer
Terwijl het zelf wordt tot een afbeelding van de wereld bereikt het als het ware het uiterste punt van de zelfvergetelheid. Door aan die grens te komen, komt het tot het besef dat het zichzelf bijeen moet nemen en dat het niet in het kosmische licht moet willen wegvliegen. Een bijna onbekende eigenschap van de mens moet nu in de... lees meer
In deze week zouden we kunnen voelen hoe ons gehele zelf nu is opgestaan en niet meer leeft in de engheid van het eigen afgezonderde zijn, maar ruim geworden is tot in de krachten van tijd en ruimte. Het is geworden tot openbaring van de wereld zelf.... lees meer
In het licht dat uit geestesdiepten In de ruimte vruchtbaar wevend Het scheppen van de Goden openbaart: Daarin verschijnt het wezen van de ziel Wijd geworden tot het wereld-zijn En opgestaan Uit de bekrompen binnenmacht van de zelfheid.... lees meer