Menschen Weisheit: Anthroposophie

De vorige keer had ik de vraag: hoe is het eigenlijk mogelijk dat de meest menselijke vraag over de mens, over leven en dood, dat het antwoord daarop niet in de anthroposofie wordt gezocht door miljoenen mensen? En er zijn natuurlijk meerdere antwoorden op, maar het belangrijkste is toch dat wij als mensen in onze tijd een soort ’theatermodus’ hebben. Ja, we gedragen ons het liefst zo dat we niets hoeven te doen en dat we alleen hoeven te kijken. Het kijken is het allerheerlijkste wat er is. Vooral als het beelden zijn. Dus, wat is mooier dan bijvoorbeeld naar een film te gaan, naar het theater, naar een concert of een toneelstuk? Nog heerlijker misschien is het als men naar een mooie gelegenheid kan gaan, waar veel te bekijken is en waar dan ook nog de maag zo heerlijk wordt bevredigd… Iets doen hoort bij werk. Als ik een maaltijd moet bereiden, dan is dat al werk; als ik mijn beroep moet uitoefenen, ja, dan is dat ook werk. En ’s avonds, als ik weer thuis ben, ja, dan wil ik niet weer werken, dan wil ik eigenlijk niets doen. Maar ik wil me ook niet vervelen. Ik wil alles cadeau krijgen en daarom ga ik zitten en pak misschien de mobiele telefoon, of iPad, of televisie, of misschien voer ik dan nog een gesprek, spelen we misschien een spel samen of iets dergelijks. Maar iets doen? Nee, dat is niet wat ik graag doe. Zo voelt men zich, en dat is, zou men kunnen zeggen, een theaterverlangen. Dromen is ook zoiets heerlijks. En wanneer dan het leven komt, wanneer dan ellende komt en zorgen, lijden – ja, dan moet men iets doen om dit lijden te overwinnen. Dat is moeilijk, dat vraagt energie, en dan is natuurlijk de oplossing bijvoorbeeld mindfulness. Dit biedt een prachtige oplossing, want daarmee kan ik opnieuw een soort theaterhouding aannemen. Ik kan bijvoorbeeld mijn ademhaling in een oefening bekijken, beleven, of ik kan mijn bewustzijnsinhouden bekijken, maar ik hoef niet actief te worden, iets te doen, dat hoef ik niet. En als dat het grootste verlangen bij de mensen is, dan kan de anthroposofie eigenlijk niet populair zijn. Dat is niet iets wat men wenst. Men wil niet actief worden, men wil juist gaan zitten en toekijken – en dat gaat niet in de anthroposofie. En waarom zou het nodig zijn dat men actief wordt? Want het gaat toch ook zonder deze activiteit? We zijn overdag al actief genoeg, moeten we dan in onze vrije tijd, als we ons willen ontwikkelen, ook weer actief worden? Ja, ik begrijp dat eigenlijk niet zo goed. Ik begrijp het ook wel, maar ergens ook weer niet. Want als men de wens heeft om piano te leren spelen, dan moet men ook iets doen – terwijl de meeste leerlingen misschien ook niet oefenen, maar dan komen ze ook niet verder. Als men iets wil leren, moet men toch actief worden. Maar dat is de moeilijkheid met de anthroposofie: dat men bij de innerlijke ontwikkeling actief moet worden. Dat heeft met onze tijd te maken. Als we terugkijken naar oudere tijden, dan was het werkelijk nog zo dat er uiterlijk misschien veel gedaan moest worden, maar innerlijk was het veel meer een overgave die men moest hebben – en deze overgave is in zekere zin een soort passiviteit. Wanneer we onze bewustzijnsinhoud bekijken, dan zetten we eigenlijk een stap terug en kijken wat er allemaal in ons omgaat. Dan maakt men zich daar eigenlijk in zekere zin vrij van en lijdt men niet meer zo sterk aan zichzelf zoals wanneer men er middenin zit. Dus een oplossing voor het lijden zou zijn om een stap terug te zetten naar de innerlijke toeschouwer en de bewustzijnsinhoud te bekijken – en dan, doordat dit iets objectiefs wordt, hoeven we minder te lijden. Dat is het verleden. Dat was toen werkelijk mogelijk. Maar in onze tijd komen we niet langs de noodzaak van lijden, als we dit niet leren door middel van activiteit te doorgronden. In onze tijd is het juist de innerlijke activiteit die ertoe leidt dat we gelukkig worden. Het hoogste geluk kan men niet hebben als men passief is; dat zal uiteindelijk een soort van rotting geven. We moeten ontdekken dat men werkelijk gelukkig wordt door de activiteit zelf. En ja, dat kan men wel zeggen – ik zeg het – maar ervaren moet de mens het toch zelf.

De anthroposofie heeft een aura van activiteit om zich heen. Men kan eigenlijk niets met anthroposofie beginnen als men niet innerlijk actief wil worden. Dan komt er nog iets bij: als men de zin van het leven zoekt, zoekt men ook een bepaalde vorm van kennis. Men is niet tevreden met alleen maar terugtreden en zichzelf bekijken en dan niet zoveel meer te lijden hebben, misschien zelfs in een grote rust te kunnen wegzinken. Kennis over wat het leven is, wat de dood is, wat de mens is – dat heeft men dan niet. En dat is wat de anthroposofie brengt. Rudolf Steiner, die de anthroposofie heeft gebracht, heeft de naam ‘anthroposofie’ gegeven nadat hij eerst vele jaren voor de theosofie had gewerkt. En hij heeft in lezingen uiteengezet wat hij eigenlijk met dit woord bedoelde. Dat is: dat men door wijsheid het goddelijke kan vinden – daarvoor moet men ver boven zichzelf uitstijgen, dat is theosofie. Maar men kan door wijsheid ook de mens vinden, de wijsheid die in de mens belichaamd is – en dat is anthroposofie, dat is mensen-wijsheid. En hij heeft dan altijd gezegd: misschien zou het het beste zijn als de naam regelmatig werd veranderd, zodat hij niet versleten raakt. Zodat het niet iets versletens wordt waarbij men zich verveelt en zegt: “Ja, dat weet ik al, wat dat is.” Dat weet natuurlijk nauwelijks iemand, wat dat is.

 

Mensen-wijsheid, anthroposofie – men moet werkelijk actief worden om zichzelf als mens te leren doorzien. Dus, er zijn innerlijk eigenlijk twee grenzen die men heeft. Enerzijds wil men liever niets doen. Dus de moeite die men zich moet getroosten om mensen-wijsheid te bestuderen, is niet zo aangenaam. En anderzijds is er de behoefte aan kennis. Die moet er wel zijn. Men moet een verlangen hebben om meer te weten over de mens dan wat de wetenschap ons kan geven. En dan komt het erop aan dat men ervaart dat deze kennis eigenlijk helemaal niets betekent als men deze kennis niet beleeft. Men kan ontzettend veel inzichten hebben en toch nog steeds niet wijs zijn. En de anthroposofie leert – daar komen we later op terug, maar ik zeg het nu alvast  – de anthroposofie leert dat datgene wat wij alleen als kennis in ons opnemen, dat wij dat alleen tijdens ons leven hebben en dat het na de dood in korte tijd van ons wegdrijft.

 

Dus deze mensen-wijsheid heeft eigenlijk een soort eis in zich. Dat is: ze eist eigenlijk dat men datgene wat men als kennis opneemt, dat men dat volledig met zijn beleven verenigt. Activiteit en wijsheid – dat zijn de twee grote fundamenten van de antroposofie. En de wijsheid is dan een spirituele wijsheid die ons veel, veel verder brengt in het wezen van de mens dan uiterlijke kennis ooit kan doen. Het is een schat in het leven als men deze mensen-wijsheid, deze anthroposofie vindt en zich ervoor kan enthousiasmeren, zodat het niet meer moeilijk is om actief te worden.

 

Ja, dat wilde ik vandaag tegen jullie zeggen. En ik wil mijn woorden beëindigen met een citaat van Rudolf Steiner, waarin duidelijk wordt dat deze noodzaak tot activiteit werkelijk een groot probleem is voor ons mensen. En dat is in een eeuw niet minder geworden. Het is nog veel, veel sterker geworden, want ons verlangen naar theaterplezier is vervuld. We kunnen het ’s avonds altijd hebben. We kunnen het de hele dag hebben… Wij kennen toch de jonge mensen, die de hele dag met hun apparaat bezig zijn, zij hebben een manier gevonden om zichzelf te troosten, hun verveling, hun hopeloosheid te overwinnen, doordat zij steeds passiever en passiever worden. En men zou toch werkelijk wensen dat de jeugd de activiteit van de antroposofie zou vinden. Hier is het citaat, het komt uit een lezingenreeks: ‘Geestelijke werkingskrachten in het samenleven van de oude en de jonge generatie.’

 

“Daar is de anthroposofische literatuur en zij maakt aanspraak erop dat men actief moet denken. De meesten kunnen slechts passief denken en menen dat actief denken niet mogelijk is. Daarbij kan men noch slapen noch intellectueel dromen. Men moet meedoen, men moet het denken in beweging zetten; op het moment dat men dat doet, komt men mee. Dan houdt datgene wat ik moderne helderziendheid wil noemen op, iets wonderbaarlijks te zijn. Dat dit nog steeds iets bijzonder wonderbaarlijks lijkt, komt doordat de mensen nog niet de energie willen ontwikkelen om activiteit in het denken te brengen.  Het is in dit opzicht vaak om wanhopig van te worden. Soms voelt men, wanneer men deze eis van activiteit aan het denken stelt, dat het voor de betreffende persoon voelt als een man die in de goot van de weg lag, zijn handen en benen niet bewoog, zelfs zijn oogleden niet opende, en door een voorbijganger werd gevraagd: “Waarom bent u zo verdrietig?” – Hij antwoordde: “Omdat ik niets wil doen.” – De vragende was verbaasd daarover, want de liggende deed blijkbaar al lange tijd niets. Maar hij wilde nog ‘meer’ “niets doen”! Toen zei de vragende: “Ja, maar u doet toch werkelijk niets!” – Daarop kreeg hij het antwoord: “Ik moet immers de omwenteling van de aarde meedoen, en zelfs dát wil ik niet doen.”

 

Ik hoop de volgende week verder in te gaan op de vraag: Waarom vinden niet miljoenen mensen troost in de anthroposofie? En ik zal dan meer de uiterlijke kant bespreken.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wie is Mieke Mosmuller?

Mieke Mosmuller is arts, schrijfster en filosofe. Zij schrijft over actualiteiten die raken aan haar filosofisch-spirituele ontwikkelingsweg die zij startte in 1983…

Recente artikelen

We hebben de afgelopen weken in Nederland een val van het kabinet beleefd. Ik heb al eerder gezegd, ik kan mij niet met een partij...
Ja, er komen reacties op dat ik de antroposofische video’s in het Duits spreek. En het zou natuurlijk voor mij heel eenvoudig zijn om dit...
Ik wilde vandaag mijn nieuwe boek presenteren. Dat is meer dan een week geleden verschenen, maar eigenlijk wel veel eerder geschreven. Ik zal proberen iets...

Volg Mieke Mosmuller

Vrienden Mieke Mosmuller
Meest recente video

Het is in dit zonne-uur
Aan jou om de wijze konde te erkennen:
Overgegeven aan de wereldschoonheid
In jou, je voelend te doorleven:
Verliezen kan het mensen-ik
En vinden zich in het wereld-ik.

Es ist in dieser Sonnenstunde
An dir, die weise Kunde zu erkennen:
An Weltenschönheit hingegeben
In dir dich fühlend zu durchleben:
Verlieren kann das Menschen-Ich
Und finden sich im Welten-Ich.

Volgende seminar

30.03.2026 – 01.04.2026
In der Woche vor Ostern besuchen wir unter der Leitung von Mieke Mosmuller die Kathedrale von Chartres.