In mijn innerlijk word ik niet alleen licht en warmte gewaar, maar voel ik ook de mogelijkheid om mijn denken sterker en sterker te maken, zo dat het steeds meer in staat raakt om het levensraadsel te verlichten. De raadsels die het leven me opgeeft kunnen worden opgelost door deze straling vanuit mijn ziele-zon. Daardoor voel ik de gave dat ik het mysterie van het leven steeds meer kan doorzien, waarop ik al zo lang heb gehoopt, dat ik moest vrezen dat de vleugels van mijn verlangen zouden worden verlamd…
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.