De spreuk in de week van het Michaelfeest, nr. 26, is één van de omwentelingen in de weekspreuken. Hier stulpt de spreuk om, wat buiten was wordt binnen, wat binnen was wordt buiten. In deze dertigste week wordt dit heel duidelijk, wanneer we deze spreuk vergelijken met de spreuk nr. 23. We zouden heel precies moeten onderzoeken wat er gebeurt. In het begin van september werd onze blik gericht op het begin van de herfst in de natuur en de overgave van de zomer aan ons. Nu bereiken we een hoogtepunt daarin. In het licht van de ziel rijpen vruchten van het denken en ons gevoelsleven vormt zich om in de zekerheid van het zelfbewustzijn. Wat de herfst mij nu geeft is het ontwaken van de geest en het voorvoelen van de ziele-zomer die in de winter zal komen.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.