In deze week zouden we kunnen voelen hoe ons gehele zelf nu is opgestaan en niet meer leeft in de engheid van het eigen afgezonderde zijn, maar ruim geworden is tot in de krachten van tijd en ruimte. Het is geworden tot openbaring van de wereld zelf.
Maar dan, wanneer ik dit waarachtig voelen kan, verandert mijn gewaarwording van de wereld geheel. In het waarnemen van de openbaring van het zelf laat de wereld dit zelf zien als een afbeelding. Deze afbeelding wordt als een goddelijk oerbeeld getoond. Ik word de waarheid van de afbeelding van het zelf gewaar.
Als ik nu om mij heen kijk, naar de buitenwereld, dan zie ik mijzelf als de wereld, de wereld als mij zelf.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.