De erfenis van de zomer is, dat we in staat zijn om het denken voor onszelf tot licht te doen worden, in ons innerlijke leven. Het is niet een passief ontvangen van gedachten maar een actief tevoorschijn brengen ervan, steeds weer, voortdurend, zodat het gaat stralen. Het wordt ons duidelijk dat ‘denken’ betekent dat we uit de krachtbron van de wereldgeest alles wat we beleven zinvol kunnen duiden. Maar we moeten het begrijpen actief tot stand brengen, krachtig, innerlijk. De begrippen stralen als een innerlijk vuur – zoals de zon straalt in de zomer. Zij zullen ons door de herfst en de winter dragen.
Deze weekspreuken zijn door Rudolf Steiner gegeven in 1912 / 1913: Anthroposophischer Seelenkalender.